Algemeen

Bij het ontwerp kan men zich op de fysieke verschijningsvorm van de plaat richten, zonder dat men gebruik hoeft te maken van de expliciete kennis over het gebruik van de Eindige Elementenmethode.

 

Tijdens het ontwerpproces werkt de ontwerper alleen met plaatgeometrieobjecten waarop verschillende fysieke objecten zoals doorsnedegrootheden van platen, randvoorwaarden, lasten etc. kunnen worden toegekend. Plaatgeometrieobjecten beschrijven de plaatsing van fysieke objecten. Plaatgeometrieobjecten kunnen als volgt gebruikt worden:

  • Gebied, als domeinobject van een vlakke plaat
  • Polylijn, als doorlopende reeks van (of slechts 1) rechte lijnobjecten
  • Punt, als puntobjecten. In een puntobject worden op zichzelfstaande objecten beschreven. polylijnen worden d.m.v. gemeenschappelijke punten met elkaar verbonden

 

Elk fysiek object zoals bijvoorbeeld de doorsnedegrootheden van platen, randvoorwaarden, lasten etc. heeft zijn eigen unieke object voor het vastleggen van de eigenschappen. Dit kan verwijderd of veranderd worden zonder dat andere objecten worden beïnvloed

 

Ontwerp workflow

Wanneer fysieke grootheden zoals profielgrootheden, randvoorwaarden etc. worden toegekend aan een enkele plaatgeometrieobject werkt de intelligente selectie van het object. Bij de intelligente selectie verandert de kleur van het betreffende object in geval van nabijheid van de muiscursor.

Het toekennen van grootheden aan meerdere objecten wordt mogelijk gemaakt met de knop "toekennen aan selectie" in de voorselectie van  plaatgeometrieobjecten. Een voorselectie van plaatgeometrieobjecten kunt u maken met de knoppen  "Selecteer gebied"/"Selecteer polylijn"/"Selecteer punt" in de lijst "Selecteer":

Selection of nodes, members and elements