URBAN - FBA2500-Win (Flügelbeschlag automat)

Deze pagina beschrijft de werking van de CNC plugin voor de aansturing van de Ramen beslag montagetafel (Flügelbeschlag Automat= FBA) van URBAN.

 

URBAN

 

De aansturing genereerd een ASCII bestand voor de machine van URBAN.
Het bestand is gebaseerd op de Datensatzbeschreibung version 01.04.2010 van URBAN.

De plugin verwerkt alle vleugels (vakken) binnen een Productieserie. Voor elk vak worden alle artikelen die toegekend zijn aan de CNC profielen binnen het vak verwerkt. Alleen artikelen worden verwerkt waarvoor gegevens ingevuld zijn voor A of Misc1 (zie ook Gegevens in MatrixKozijn Kunststof).

Voor de aansturing dienen zowel gegevens ingevoerd te worden in MatrixKozijn Kunststof als in MatrixKozijn Project.

Gegevens in MatrixKozijn Kunststof

Voor een correcte aansturing van de Stürtz FBS dienen gegevens voor de aansturing ingevoerd te worden bij Hang en Sluitwerk Combi's in MatrixKozijn Kunststof.

D:\Matrix\MxKCNC\PVC\Schipper\2024_Protocollen\FBA 2500-WIN\Web_Img\CNC_PVC_URBAN_FBA2500_LandHCombiValues.png

  • A of Misc1
    Waarde voor Position am Flügel.
    Geef een waarde op voor de positionering:
    0 (begin van het profiel)
    1 (op het profiel)
    2 (einde van het profiel)
    Alleen artikelen waarvoor een waarde is opgegeven worden verwerkt. Is geen waarde opgegeven dan wordt het artikel overgeslagen.
  • B of Misc2
    Waarde voor Maßbezug der Bearbeitungspositionen.
    Geef een waarde op voor de bemating van de positie.
    Alleen nodig indien bij Misc1 1 (op het profiel) is opgegeven.
    1 (aan het begin van het profiel)
    2 (in het midden van het profiel)
    3 (aan het einde van het profiel)
    4 (een maat vanaf het begin van het profiel)
    5 (een maat vanaf het einde van het profiel)
  • C of Misc3
    Waarde voor Fixposition (in mm).
    Alleen nodig indien bij Misc2 4 (een maat vanaf het begin van het profiel) of 5 (een maat vanaf het einde van het profiel) is opgegeven.
    Er kan een formule of een vaste waarde ingegeven worden.
    In de formule kunnen de variabelen W of B (Breedte stomp), H (Hoogte stomp gebruikt worden) en X (Positie van het Hang- en Sluitwerk artikel).
    Voorbeelden:

    200
    H
    H/2 - 200
    X + 10
  • D of Misc4
    Waarde voor Einbaulage (in mm).
    Deze waarde wordt op dit moment niet gebruikt door de aansturing en kan leeg gelaten worden.
  • E of Misc5
    Waarde voor Anbauelement,
    Geef één van de mogelijke waarden op:
    0 (Standard)
    1 (Anbauelement)
    Indien niets opgegeven dan wordt 0 als standaard gebruikt.

Gegevens in MatrixKozijn Project

In MatrixKozijn Project kunnen op meerdere plekken instellingen gedaan worden voor de aansturing.

Machine Instellingen

Bij de machine in de Productentabel kunnen de algemene gegevens voor de machine opgegeven worden.

  • Instellingen Export
    Hier kunnen de instellingen gedaan worden voor het te exporteren bestand (xml) voor de machine.
    • Locatie Export
      De map waar het geëxporteerde bestand wordt opgeslagen.
    • Voorvoegsel bestandsnaam
      Een tekst die aan het begin van de bestandsnaam wordt gevoegd (als bestandnaam wordt altijd het Productie Nr. van de Productieserie gebruikt).
    • Submap
      Geef hier een naam voor een submap die altijd aangemaakt wordt in de map opgegeven bij Locatie Export.
    • Maak map met code Productieserie
      Indien dit selectievakje is aangevinkt wordt er voor elke Productieserie een map aangemaakt in de map opgegeven bij Locatie Export.
  • Te verwerken profieltype
    Selecteer hier de type profielen die door de CNC plugin verwerkt dienen te worden.
  • Spiegelen
    Geef hier aan welk type vakken gespiegeld dienen te worden door het type aan te vinken. Indien het selectievakje is aangevinkt worden vleugels gespiegeld (Linkerstijl wordt rechterstijl).
    Dit kan nodig zijn wanneer de machine de vleugels andersom interpreteert.
  • Regel voor elk profiel in merk/vak
    Indien dit selectievakje is aangevinkt wordt er voor elk profiel binnen de productieserie een regel aangemaakt.
    Dit kan nodig zijn om alle gekoppelde barcodes te exporteren.
  • Gegevens veld
    Hier kunnen de gegevens ingesteld worden die worden opgeslagen voor de velden in het bestand voor de machine.
    Voor alle velden kunnen ook samenvoegvelden gebruikt worden. Hiermee kunnen gegevens uit de objecten in MatrixProject opgehaald worden of gegevens (bijvoorbeeld barcode) van andere CNC plugins opgehaald worden.
    • Kommision
      De gegevens die ingevuld worden in Kommision voor de Auftragszeile per vleugel.
      Normaal gesproken wordt hier het nummer van de opdracht of van de productieserie opgeslagen.
      Wordt niets ingevuld dan wordt standaard de omschrijving van het Merk en Vak gebruikt.
    • Auftrag
      De gegevens die ingevuld worden in Auftrag voor de Auftragszeile per vleugel.
      Normaal gesproken wordt hier het nummer van de opdracht of van de productieserie opgeslagen.
      Wordt niets ingevuld dan wordt standaard het Productie Nr. van de Productieserie gebruikt.
    • Auftrag Nr
      De gegevens die ingevuld worden in Auftraf-Nr. voor de Auftragszeile per vleugel.
      Wordt niets ingevuld dan wordt standaard de waarde "00000000" gebruikt.
    • Kommentar
      De gegevens die ingevuld worden in Kommentar voor de Auftragszeile per vleugel.
      Wordt niets ingevuld dan wordt dit veld leeg gelaten.
    • Teile-Identifikation (Barcode)
      De gegevens die ingevuld worden in ID voor de Auftragszeile per vleugel.
      Dit is tevens de Barcode voor de aansturing en dient uniek te zijn. Hier kan bijvoorbeeld de barcode van het profiel die wordt gebruikt in een bewerkingscentrum worden doorgestuurd.
      Wordt niets ingevuld dan wordt dit veld standaard gevuld met een oplopend getal (00001, 00002, etc.) binnen de Productieserie.
    • Los in Auftragszeile
      De gegevens die ingevuld worden in Los voor de Auftragszeile per vleugel.
      Wordt niets ingevuld dan wordt standaard de omschrijving van het Merk en Vak gebruikt.

Profiel Instellingen

Bij de Profielen in de Productentabel kunnen gegevens voor de machine opgegeven worden.

  • Profielnummer
    Het profielnummer dat wordt ingevuld in Profil voor de Auftragszeile per vleugel.
    Wordt geen waarde opgegeven voor het profiel dan wordt de Code van het Profiel gebruikt.
    Er kunnen aparte profielnummers ingesteld worden voor Boven, Onder, Links en Rechts.

Hang- Sluitwerk Instellingen

Bij de Hang & Sluitwerk Artikelen in de Productentabel kunnen gegevens voor de machine opgegeven worden.

  • Beschlagelement-Nr.
    De waarde die wordt ingevuld in Beschlagelement-Nr. in de Datenzeile per vleugel.
    Wordt geen waarde opgegeven voor het artikel dan wordt de Code van het Artikel gebruikt.