Deze pagina beschrijft de werking van de CNC plugin voor de aansturing van de Ramen beslag montagetafel (Flügel Anschlag Automat = FAA) van AFS Federhenn.
De aansturing genereerd een XML bestand voor de machine van AFS Federhenn.
De XML is gebaseerd op de Datensatzbeschreibung version 2.11 van 01.09.2020 van AFS Federhenn.
De plugin verwerkt alle vleugels (vakken) binnen een Productieserie. Voor elk vak worden alle artikelen die toegekend zijn aan de CNC profielen binnen het vak verwerkt. Alleen artikelen worden verwerkt waarvoor gegevens ingevuld zijn voor A of Misc1 (zie ook Gegevens in MatrixKozijn Kunststof).
Voor de aansturing dienen zowel gegevens ingevoerd te worden in MatrixKozijn Kunststof als in MatrixKozijn Project.
Gegevens in MatrixKozijn Kunststof
Voor een correcte aansturing van de AFS Federhenn FAA dienen gegevens voor de aansturing ingevoerd te worden bij Hang en Sluitwerk Combi's in MatrixKozijn Kunststof.
- A of Misc1
Waarde voor <BAUTEILE><EINBAURICHTUNG>
Mogelijke waardes "L" (Links) of "R" (Rechts).
Hang- en Sluitwerk artikelen worden alleen gegenereerd voor de machine wanneer een van deze waardes is opgegeven in de combi. - B of Misc2
Waarde voor <BAUTEILE><EINBAUPOSITION>
Er kan een formule of een vaste waarde ingegeven worden. Is er geen waarde opgegeven dan wordt de positie van het Hang- en Sluitwerk artikel gebruikt.
In de formule kunnen de variablen W of B (Breedte stomp) en H (Hoogte stomp gebruikt worden).Voorbeelden: 200 H H/2 - 200
- C of Misc3
Waarde voor <BAUTEILE><ABLAENGWERT1>
Er kan een formule of een vaste waarde ingegeven worden. - D of Misc4
- Waarde voor <BAUTEILE><ABLAENGWERT2>
Er kan een formule of een vaste waarde ingegeven worden. - E of Misc5
Waarde voor <SCHRAUBDATEN>
Geef het gereedschap (<BEZEICHNUNG>) en de positie (<X_POSITION>) op in paren.
Waardes dienen gescheiden te worden door een ";".
Voor de positie kan een formule of een vaste waarde ingegeven worden.Voobeeld: 0102; 93.5; 0102; H/2; 0202; 569
In de afbeelding hieronder wordt de beamting aangegeven zoals gehanteerd door Federhenn:
Gegevens in MatrixKozijn Project
In MatrixKozijn Project kunnen op meerdere plekken instellingen gedaan worden voor de aansturing.
Machine Instellingen
Bij de machine in de Productentabel kunnen de algemene gegevens voor de machine opgegeven worden.
- Instellingen Export
Hier kunnen de instellingen gedaan worden voor het te exporteren bestand (xml) voor de machine.- Locatie Export
De map waar het geëxporteerde bestand wordt opgeslagen. - Voorvoegsel bestandsnaam
Een tekst die aan het begin van de bestandsnaam wordt gevoegd (als bestandnaam wordt altijd het Productie Nr. van de Productieserie gebruikt). - Submap
Geef hier een naam voor een submap die altijd aangemaakt wordt in de map opgegeven bij Locatie Export. - Maak map met code Productieserie
Indien dit selectievakje is aangevinkt wordt er voor elke Productieserie een map aangemaakt in de map opgegeven bij Locatie Export.
- Locatie Export
- Te verwerken profieltype
Selecteer hier de type profielen die door de CNC plugin verwerkt dienen te worden. - Spiegelen
Indien dit selectievakje is aangevinkt worden alle vleugels gespiegeld (Linkerstijl wordt rechterstijl).
Dit kan nodig zijn wanneer de machine de vleugels andersom interpreteert. - Gegevens veld
Hier kunnen de gegevens ingesteld worden die worden opgeslagen voor de velden in het bestand voor de machine.
Voor elle velden kunnen ook samenvoegvelden gebruikt worden. Hiermee kunnen gegevens uit de objecten in MatrixProject opgehaald worden of gegevens (bijvoorbeeld barcode) van andere CNC plugins opgehaald worden.- Kommison
De gegevens die ingevuld worden in <Fensterdaten><KOMMISSION>.
Normaal gesproken wordt hier het nummer van de opdracht of van de productieserie opgeslagen.
Wordt niets ingevuld dan wordt standaard het Productie Nr. van de Productieserie gebruikt. - Position
De gegevens die ingevuld worden in <Fensterdaten><POSITION>.
Wordt niets ingevuld dan wordt standaard de omschrijving van het Merk gebruikt. - Unterposition
De gegevens die ingevuld worden in <Fensterdaten><UNTERPOSITION>.
Wordt niets ingevuld dan wordt standaard de omschrijving van het Vak gebruikt. - Rahmen Barcode
De gegevens die ingevuld worden in <Fensterdaten><RAHMENBARCODE>. - Infotext
De gegevens die ingevuld worden in <Fensterdaten><INFOTEXT>.
Dit is een extra tekst die weergegeven wordt op de machine. - Barcode Seite
De gegevens die ingevuld worden in <FENSTERTEILEDATEN><BARCODE>.
Hier kan bijvoorbeeld de barcode van het profiel die wordt gebruikt in een bewerkingscentrum worden doorgestuurd.
- Kommison
Profiel Instellingen
Bij de Profielen in de Productentabel kunnen gegevens voor de machine opgegeven worden.
- Profielnummer
Het profielnummer dat wordt ingevuld in <FENSTERTEILEDATEN><PROFIL><Name> of <FENSTERTEILEDATEN><ZUSATZPROFIL><Name> .
Wordt geen waarde opgegeven voor het profiel dan wordt de Code van het Profiel gebruikt.
Hang- Sluitwerk Instellingen
Bij de Hang & Sluitwerk Artikelen in de Productentabel kunnen gegevens voor de machine opgegeven worden.
- Naam voor Kopfdaten - Beschlagsystem
De waarde die wordt ingevuld in <Fensterdaten><BESCHLAGSYSTEM>.
De waarde ingevuld voor het eerste artikel binnen het vak wordt gebruikt. - Naam voor Bauteile - Bezeichnung
De naam van het artikel die wordt ingevuld in <BAUTEILE><BEZEICHNUNG>.
Wordt er geen waarde opgegeven dan wordt de Code van het Artikel gebruikt.