De liggerlijf, vloei en plooicontrole moet uitgevoerd worden volgens de NEN-EN 1993-1-1+C2 hoofdstuk 6.5.3. Deze controle is nodig voor die verbindingen met de mogelijkheid om geconcentreerde lasten over te dragen op een liggerlijf met ondersteuning, zie de onderstaande afbeeldingen.
|
a)
 |
b)  |
In geval a) de werking van een externe kracht FEd wordt aangenomen dat deze gelijk is aan de som van de dwarskrachten die op beide zijden van de kolom werken (V1 and V2). De externe kracht FEd in geval b) is gelijk aan de normaalkracht van de bovenste kolom en de som van de dwarskrachten van de ligger aan beide kanten van de kolom (V1 and V2). In geval a) de gespreide lengte van kracht FEd moet gedefinieerd worden in het daarvoor bestemde veld.
De controle volgens de NEN-EN 1993-1-1+C2. Hoofdstuk 6.5.3 kan overgeslagen worden indien er toereikende verstijvingen aanwezig zijn zoals in de onderstaande afbeelding. Het is ook mogelijk dat andere voorzorgsmaatregelingen (bijvb. een aangestorte betonvloer) worden toegepast die het plooien van het liggerlijf voorkomen. In dat geval kan de controle volgens de NEN-EN 1993-1-1+C2 hoofdstuk 6.5.3 worden overgeslagen. Zet in dat geval het vinkje bij "Controleer op Krachtverdeling" – op UIT.
|
c)
 |
d)  |