Gedrongen liggers

Aannames bij gedrongen liggers

Gedrongen liggers staan in de Norm vermeld onder - NEN-EN1992-1-1#5.3.1(3).

De eisen voor minimale wapening volgens artikel NEN EN1992-1-1#9.2.1.1 worden toegepast.

Het ontwerp van eisen dat wordt beschreven in het artikel Cement'93 Nr.3 (77) is eveneens geimplementeerd.

 

Lov definitie

Lov definitie - complexe  situatie:

Lov definition - complex situation

 

In deze figuur wordt een constructiedeel afgebeeld. Er zijn twee punten waarin MEd = 0 (0.588; 18.21).

Parameter Lov is nodig om te bepalen welke berekeningsregel (gedrongen ligger of normale ligger) moet worden toegepast.

Het is de afstand tussen de M0 punten waarin MEd = 0. In een normale situatie ligt deze afstand ergens tussen de ingestelde  opleggingen (in het veld). In dit voorbeeld zijn verende opleggingen gedefinieerd dus er is geen sprake van M0 punten tussen twee gedefinieerde opleggingen (in het veld). Dus voor deze situatie, Lov = M0_right – M0_left = 18.21 – 0.588 = 17.622 [m].

 

Hoogte van maatgevende snede

De hoogte van maatgevende snede voor de berekening van gedrongen liggers – complexe situatie:

In de bovenstaande figuur kunt u zien dat er twee verschillende profieltypen zijn toegekend aan de ligger, te weten R240x3000 en R240x15600. Een gedrongen ligger kan men herkennen aan de verhouding Lov/h. In dit geval is er spraken van een Lov waarde en twee waarden voor h.

Voor de herkenning van gedrongen liggers in deze situatie wordt een procedure uitgevoerd voor elk afzonderlijk type profiel. Het is mogelijk dat een gedeelte van de staaf tussen de M0 punten wordt herkend als gedrongen ligger en het andere gedeelte als een normale ligger.

 

Berekeningsregels

Berekeningsregels voor Gedrongen Liggers:

  • NEN-EN1992 en EN1992

    • Lov/h ≤ 3.0 dan gedrongen ligger

    • Lov = afstand tussen momenten nulpunten in het veld

    • Voor consoles geldt Lov = 2a volgens de CB4#3.1.1 pagina 59.

Indien er geen nulpunten zijn van het veldmoment dat berekend wordt, dan de Lov punten aan de linker en rechter kant van de andere velden opgespoord. Dit betekent dat Lov > L van het veld.

Zie voorbeeld CB4#4.4 pagina 98.

 

  • NEN6720
    • Lov/h ≤ 2.0 dan gedrongen ligger
    • Lov = afstand tussen momenten nulpunten in het veld

    Voor consoles geldt Lov = 2a volgens de NEN6720#8.1.4.

 

Berekening van "z" voor statische bepaalde liggers:

  • NEN_EN1992 en EN1992

    • z = 0.2 l + 0.4 h ≤ 0.6 l

    • z ≤ 0.8 h

    • l is de afstand tussen de opleggingen

Voor consoles z = 0.2 l + 0.4 h ≤ 0.8 l

l = 2a volgens de CB4#3.1.1 pagina 59

h = hc

 

  • NEN6720

    • z = 0.2 l + 0.4 h ≤ 0.6 l

    • l is de afstand tussen opleggingen

Voor consoles z = 0.2 l + 0.4 h ≤ 0.8 l

l = 2a volgens de NEN6720#8.1.4

h = hc

 

Berekening van "z" voor statische onbepaalde liggers:

  • NEN_EN1992 en EN1992

    • z = 0.3 lo + 0.3 h ≤ 0.75 lo

    • z ≤ 0.8 h

    • Lo = Lov voor velden

    • Lov = afstand tussen momenten nulpunten in het veld

Indien er geen nulpunten zijn van het moment in het veld dat berekend wordt, dan worden de Lov punten aan de linker en rechter kant van de andere velden opgespoord. Dit betekent dat Lov > L van het veld.

Zie voorbeeld CB4#4.4 pagina 98.

  • Lo = 1.5 Los voor steunpunten

    • Los is de afstand tussen momenten nulpunten van het steunpuntsmoment

 

  • NEN6720

    • z = 0.3 lo + 0.3 h ≤ 0.75 lo

    • Lo = Lov voor velden

    • Lov = afstand tussen momenten nulpunten in het veld

    • Lo = 1.5 Los voor opleggingen

    • Los is de afstand tussen momenten nulpunten tussen de opleggingen

 

Berekening voor dwarskracht van statische bepaalde en statische onbepaalde liggerss:

  • NEN-EN1992 en EN1992

    • Dezelfde formules als voor de normale ligger zie ook CB4#2.2 pagina 77

    • vEd = Ved/(b d)

    • d = h – 0.5*x

    • x = minimale waarde van of 0.2*l en 0.2*h

    • In VRd,s formule z = 0.9 d

 

Berekening van flankwapening en verticale wapening voor gedrongen liggers:

  • NEN-EN1992 en EN1992

    • NEN-EN 1992-1-1 art. 9.7

    • Afstand horizontaal en verticaal  ≤ 300 of 2 b

    • Hoeveelheid wapening horizontaal en verticaal  ≥ 0.1%

    • Zie ook CB4#2.3 pagina 77-78 Afb. 8.