Om het merk te roteren kunnen de Rotatie Vector velden worden gebruikt.
De invoer is gebaseerd op radialen.
Bijvoorbeeld de x,y rotaties op de eenheidscirkel:
Hierin staan de radialen afgebeeld met daarbij welke cosinus en sinus waarden hierbij horen.
De cosinus is de x-waarde (dus de eerste waarde tussen de haakjes) en de sinus is de y-waarde (de tweede waarde).
Bijvoorbeeld rotaties van 0 tot 90 graden in stappen van 15 graden:
In bovenstaande voorbeeld wordt de Project Z waarde gebruikt als toelichting voor welke graden worden toegepast (150=15, 300=30 etc.) .
Rekenvoorbeeld voor rotatie 45 graden:
X = cos(PI / (180 / 45) ) = 0,7071
Y = sin(PI / (180 / 45) ) = 0,7071
Rekenvoorbeeld voor rotatie 60 graden:
X = cos(PI / (180 / 60) ) = 0,5
Y = sin(PI / (180 / 60) ) = 0,866
Rekenvoorbeeld voor rotatie 90 graden:
X = cos(PI / (180 / 90) ) = 0
Y = sin(PI / (180 / 90) ) = 1
Rekenvoorbeeld voor rotatie 135 graden:
X = cos(PI / (180 / 135) ) = -0,7071
Y = sin(PI / (180 / 135) ) = 0,7071
Rekenvoorbeeld voor rotatie 180 graden:
X = cos(PI / (180 / 180) ) = -1
Y = sin(PI / (180 / 180) ) = 0