Middels deze instellingen kunnen de penlengtes (en slislengtes) per type verbinding aan worden gegeven.
Verbindingen
Verbinding tussenstijl/dorpel op randprofiel. |
Verbinding tussenstijl/dorpel op tussenstijl/dorpel. |
Verbinding twee tussenstijlen/dorpels op een tussenstijl/dorpel waarbij de aansluitende profielen elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen. |
Verbinding linker- of rechterstijl op onderdorpel. |
Verbinding linker- of rechterstijl op bovendorpel. |
Verbinding randprofiel op tussenprofiel waarbij het tussenprofiel leidend is. |
Verbinding randprofiel op doorlopende tussenstijl in combinatie met een nulprofiel. |
Verbinding tussenstijl/dorpel op nulprofiel. |
Pen Instellingen
Vaste lengte |
De pennen krijgen altijd de opgegeven vaste lengte. |
|
Tot midden profiel - correctie |
De penlengte wordt de helft van de hoogte van het aansluitende profiel. In het invoerveld kan een correctie worden opgegeven, deze wordt van de berekende penlengte afgetrokken. |
|
Volledige profielhoogte - correctie |
De penlengte wordt de hoogte van het aansluitende profiel. In het invoerveld kan een correctie worden opgegeven, deze wordt van de berekende penlengte afgetrokken. |
|
Vorm einde aansluitend profiel negeren |
Tijdens het samenstellen van de pennen kan de vorm van het leidende profiel worden genegeerd. |
|
|
Optie vorm leidend profiel negeren niet actief. |
Optie vorm leidend profiel negeren actief. |
Marge tot rand profiel |
Afstand tussen rand profiel en einde pen. |
|
|
Marge tot rand profiel = 0 |
Marge tot rand profiel = 5 mm. |
Slis Instellingen
Vaste lengte |
De slissen krijgen altijd de opgegeven vaste lengte. |
|
Tot midden profiel - correctie |
De slislengte wordt de helft van de hoogte van het aansluitende profiel. In het invoerveld kan een correctie worden opgegeven, deze wordt van de berekende penlengte afgetrokken. |
|
Volledige profielhoogte - correctie |
De slislengte wordt de hoogte van het aansluitende profiel. In het invoerveld kan een correctie worden opgegeven, deze wordt van de berekende penlengte afgetrokken. |
|
Vorm einde aansluitend profiel negeren |
Tijdens het samenstellen van de slissen kan de vorm van het aansluitende profiel worden genegeerd. |
|
|
Optie vorm leidend profiel negeren niet actief. |
Optie vorm leidend profiel negeren actief. |
Contramal Instellingen
Knooppunt combi type 'Contramal', leidend profiel contramal haaks. |
De contramal van het leidende profiel wordt haaks bij gebruik van een knooppunt combi van het type 'Contramal'. |
|
|
Optie contramal haaks niet actief. |
Optie contramal haaks actief. |
Knooppunt combi type 'Pen/Slis', leidend profiel contramal haaks. |
Alleen te gebruiken bij een aansluiting op een nulprofiel. De contramal van het aansluitende profiel wordt haaks bij gebruik van een knooppunt combi van het type 'Pen/Slis'. |