Sponningfiguren

In deze dialoog kunnen de Sponningsfiguren getekend worden, er zijn vier verschillende types:

  1. Vaksponningen  De vorm van de vakzijde van het kozijnprofiel.
  2. Randsponningen  De vorm van de randaansluiting van het kozijnprofiel.
  3. Muursponningen  De vorm van de muurzijde van spouwlatten.
  4. Omfrezingen  De (omfrees)vorm van raam en deurprofielen.

Halve doorsnedes / Doorsnedes

Een Kozijn of Spouwlat doorsnede wordt binnen MatrixKozijn altijd opgebouwd uit twee Halve Doorsnedes (Sponningfiguren).

Een Onderdorpel is bijvoorbeeld samengesteld uit een Vaksponningfiguur en een Randsponningfiguur.

De spouwlat wordt gemaakt door de Contramal van het Randsponningfiguur samen met een Muursponningfiguur.

Het samenvoegen van de twee figuren tot één complete doorsnede wordt automatisch door MatrixKozijn gedaan.

Sponningfiguren

 

Vaksponningen

Bij een Vaksponningfiguur worden drie onderdelen opgegeven:

  1. Sponningfiguur  De vorm van de vakzijde van het profiel.
  2. Contramal  De eindprofilering voor het samenstellen van de Contramal voor een aansluitend profiel.
  3. Naamgeving  De naam van de halve doorsnede.

Randsponningen

Ook bij het Randsponningfiguur worden drie onderdelen opgegeven, deze hebben echter een andere functie:

  1. Sponningfiguur  De vorm van de randzijde van het profiel.
  2. Contramal  Het schaafprofiel van de aansluitende spouwlat.
  3. Naamgeving  De naam van de halve doorsnede.

Een randsponning figuur kan ook worden toegepast binnen Vaksponningstabellen, in dit geval wordt het Sponningfiguur de vakzijde van het profiel en de contramal de vorm van de contramal van het aansluitende profiel.

Muursponningen

Bij de muursponning wordt enkel de vorm van de muuraansluiting aangegeven.

Tabblad Sponningfiguur en Contramal

Nr.

Volgnummer, het opbouwen van het figuur loopt vanaf de buiten(voor)zijde van het kozijn naar binnen.

Sponning

De sponningdiepte voor het huidige punt.

Maat Type

De verplaatsing soort ten opzichte van het vorige punt.

  • Vaste maat  Een exacte verplaatsing in millimeters.

  • Variabele maat met [r] waarde  Een variabele maat waardoor het figuur bij verschillende profielbreedtes toegepast kan worden.

Breedte

Als bij maat type voor Vaste maat is gekozen dan wordt hier de exacte verplaatsing in millimeters ten opzichte van het vorige punt opgegeven.

Als er voor een variabele maat is gekozen dan wordt hier de variabele [r] ingegeven eventueel nog met een extra correctie. De variabele [r] wordt tijdens het samenstellen van een doorsnede vervangen door een benodigde waarde om aan de profielbreedte te voldoen.

Voorbeelden

  • [r]  De volledige benodigde extra waarde wordt gebruikt als verplaatsing.

  • [r]/2  De helft van de benodigde extra waarde wordt gebruikt als verplaatsing.

Vaste Hoek

Aanduiding of dit punt ten opzichte van het vorige of volgende punt een vaste hoek afmeting heeft:

  • Nee  De hoek heeft geen vaste maat.

  • Naar vorig punt  De hoek naar het vorige punt heeft een vaste afmeting.

  • Naar volgend punt  De hoek naar het volgende punt heeft een vaste afmeting.

Deze optie is vooral nuttig indien hij wordt gebruikt in combinatie met Maat Type = Variabele maat met [r] waarde.

Hoek

De afmeting van de hoek in graden.

Type Afronding

De afrondingsoort van het hoekpunt:

  • Geen afronding  Het hoekpunt is recht.

  • Afschuining  Het hoekpunt wordt afgeschuind.

  • Afronding  Het hoekpunt wordt afgerond.  

Afronding

Het aantal millimeters voor de afronding of afschuining.

Afronding

 

Referentie

Referentie punt aanduiding voor het positioneren van afbeeldingen bij de Rand Voorkeuzes.

Bij Randsponningen->Contramal is het niet mogelijk om referentiepunten toe te voegen, de punten BI en BU worden automatisch gegenereerd afhankelijk van de positie van de spouwlat ten opzichte van het kozijnprofiel.

In het Werkvoorbereidingsbeheer kan er één karakter als referentie worden toegekend, afhankelijk van waar het figuur wordt toegepast zal er een tweede karakter toe worden gekend:

  • Kozijnrand, A

  • Kozijnzijde eerste spouwlat, B

  • Muurzijde eerste spouwlat, C

  • Kozijnzijde tweede spouwlat, D

  • Kozijnzijde derde spouwlat, E

Wordt er dus bijvoorbeeld bij een Muursponning het referentiepunt U toegekend aan een punt dan is de uiteindelijke referentie afhankelijk van aan welke spouwlat deze sponning wordt toegekend en zal de referentie worden CI voor de eerste spouwlat en EI voor de tweede spouwlat.

 

Contramal genereren

Na het invoeren van het sponningfiguur kan deze knop worden gebruikt om automatisch een correcte Contramal te laten genereren. Deze Contramal kan vervolgens verder naar wens worden aangepast.

Beide tonen

Indien aangevinkt dan worden het sponningfiguur en de contramal beide in het voorbeeld weergegeven.

Voorbeeld Breedte/Hoogte

Waardes die gebruikt worden om het voorbeeld weer te geven tijdens de invoer van het sponningsfiguur.

 

Tabblad Naamgeving

Bij de sponningsfiguren kan ook de naam van de halve doorsnede worden aangegeven. De te kiezen naam is afhankelijk van de gebruikte profielbreedte. Bij het samenstellen van de complete doorsnede worden de namen van de twee halve doorsnedes samengevoegd tot één doorsnede naam, meer over het samenvoegen van de namen in het hoofdstuk Namen Kozijndoorsnedes Instellingen.

<= Breedte

Maximale nettoprofiel breedte waarvoor de opgegeven naam van toepassing is

Naam

De naam

Bij sponningfiguren van het type Muursponningen en Omfrezingen is het tabblad Naamgeving ook beschikbaar.

De hier ingevoerde gegevens worden alleen gebruikt door de CNC applicaties en hebben verder geen functie binnen MatrixKozijn.

Categorie

Een sponningfiguur kan worden gekoppeld aan een categorie om het zoeken naar Uframe waardes te vereenvoudigen.